Eric Meure is werkzaam in de advocatuur sinds 2002. Tot 2008 in dienstverband. En vanaf 2008 als zelfstandig ondernemer. Hij hecht veel waarde aan opleiding, waaronder postdoctoraal (universitair) onderwijs. Verwezen wordt bijvoorbeeld naar de specialisatie opleiding Arbeidsrecht en Juridische specialisatie Echtscheiding (JSOF IMFO onderwijsaanbieder vFAS) alsook de specialisatie leergang Contractenrecht.
De kunst in de advocatuur is – in ieder dossier – om de slagingskans van een concrete vordering op tegenspraak (ingeval van een gerechtelijke procedure) in te schatten, en af te wegen tegen een voorstel op basis van samenspraak (via het voeren van schikkingsonderhandelingen). Het willen halen van “het onderste uit de kan” kan een doelstelling zijn. Het willen zoeken naar een alle omstandigheden in aanmerking genomen aanvaardbaar schikkingsresultaat kan dat ook zijn. De cliënt bepaalt, waarbij Eric adviseert en inschat waar de wensen van zijn klant liggen. Het hebben van korte lijnen is daarbij geen ‘unique selling point’, het is een voorwaarde wil de aangeboden dienstverlening effectief kunnen zijn.
Eric heeft zich niet op een enkel rechtsgebied ingeschreven in het rechtsgebieden register van de NOVA, maar op drie rechtsgebieden, waarmee dus niet (slechts) 10 opleidingspunten per jaar hoeven te worden gehaald, maar tenminste 30. Los van de intervisie en het gestructureerde overleg waar hij lessen uit probeert te trekken die de dienstverlening aan de klant ten goede komen.
Het kantoor van Eric kan verder worden benaderd via de volgende drie doelgroep gebonden websties:
Verder zet Eric zich er voor in om praktische zaken waar in de praktijk tegenaan wordt gelopen, en die tot verbetering in de werking van het juridische systeem kunnen leiden, aan de orde te stellen bij de instanties die daarover gaan. Zo heeft Eric de commissie Cassatie in het belang der wet van de Hoge Raad der Nederlanden ervan weten te overtuigen – aan de hand van een eerder door hem geschreven publicatie in een gezaghebbend juridisch tijdschrift – dat ook tijdens verzoekschriftprocedures kan worden gevraagd om de vaststelling van een voorlopige voorziening voor de duur van de procedure. Die zet is baanbrekend geweest voor de procespraktijk op het vlak van de vaststelling van voorlopige voorzieningen, aangezien de Hoge Raad daar uiteindelijk in mee is gegaan.
Eric is ook aangehaald in de literatuur door een andere auteur, tevens raadsheer van een Hof als ‘lansbreker’ op dit punt. Eric zelf vindt het eervol, maar vooral goed voor rechtzoekenden met een gerechtvaardigd belang. Het procesrecht dient een faciliterende functie te hebben ter verwezenlijking van matertieelrechtelijke aanspraken. Als het procesrecht tot obstakel verwordt, raakt dat de fundamenten waarop de rechtstaat is verankerd, waaronder de toegang tot de rechter.
